5 tips voor een goede wisselteelt

Iedere moestuinier wil graag groenten kweken die mooi en smaakvol zijn. Dit lukt natuurlijk niet zomaar. Om kwalitatief goede gewassen te kunnen kweken, is wisselteelt noodzakelijk. Maar hoe werkt wisselteelt nou eigenlijk? Wij geven je 5 handige tips!

Tip 1: Verdeel de oppervlakte van je tuin in tenminste 6 gelijkwaardige percelen. De ideale wachttijd voor kolen, peulgewassen en wortelgewassen is namelijk 6 jaar.

Tip 2: Kies welke gewassen je wilt telen en deel deze in naar de volgende groepen:

• Vruchtgewassen (bijvoorbeeld maïs en pompoen)

• Bladgewassen (onder meer spinazie en prei) 

• Koolgewassen en kruisbloemigen

• Peulgewassen

• Aardappelen (nachtschadefamilie) 

• Wortelgewassen (onder meer bieten, witlof en ui)

• Ook aardbeien is een separate groep mocht je deze willen telen. Deze staan dus ook graag op een eigen perceel.

Tip 3: Rouleer de gewassen volgens het schema dat je hebt opgesteld. De beste leidraad hiervoor is te rouleren op basis van voedingsbehoefte. Je plant aardappelen waar je wortelgewassen stonden; peulgewassen waar je aardappelen stonden, koolgewassen waar je peulgewassen stonden, bladgewassen waar je koolgewassen stonden, vruchtgewassen waar je bladgewassen stonden en wortelgewassen waar je vruchtgewassen stonden. 

Handig ezelsbruggetje voor de groepen:
Alle Pesticiden Kunnen Beter Vermeden Worden => Aardappelen, Peulen, Kolen, Bladgroenten, Vruchtgewassen, Wortelgewassen.

Tip 4: Bepaal per perceel de benodigde (aanvullende) bemesting op basis van het gewas dat je er wilt telen. Kolen hebben forse bemesting nodig in tegenstelling tot wortelen. En bladgewassen vragen om een flinke hoeveelheid stikstof.

Tip 5: Combineer je in 1 perceel verschillende gewassen? Houd daar dan rekening mee met de bemesting.

Wil je meer tips voor een perfecte wisselteelt? Lees dan de uitgebreide blog van Geert-Jan!