
Maak je moestuin winterklaar
In november is het tijd om te oogsten wat er nog te oogsten valt. Maak sluitkolen, winterpenen, pastinaken en selderijknollen goed schoon en bewaar ze op en droge, vorstvrije plaats. Er zijn ook gewassen die de hele winter onbeschermd kunnen blijven staan, zoals boerenkool, prei, veldsla en winterpostelein. Artisjokplanten kun je ook laten staan, maar dien je wel te beschermen tegen de ergste vorst met wat stro of bijvoorbeeld noppenfolie.
Gewasresten opruimen
Plaats de gewassen die in de winter blijven staan het liefst bij elkaar in een hoek van de moestuin, dan kan de overig ruimte worden schoongemaakt, omgespit en verrijkt met compost. Het opruimen van gewasresten is nodig om de grond te kunnen bewerken, en om eventuele overwinterende parasieten kwijt te raken.
Compost maken
Maak gewasresten klein en leg ze op de composthoop. Gooi zichtbaar zieke of aangetaste gewasresten noit op je composthoop, maar in de kliko. Zorg dat er geen grote stukken stengel in je composthoop zitten, en keer de hoop in de loop van het najaar een paar keer om.
Grondbewerking
Spit de grond voor de winter om. Doe dat bij voorkeur als het een aantal dagen droog is geweest, dat werkt vooral op grond met klei veel prettiger. Spitten voor de winter heeft als voordeel dat de vorst goed op de kluiten kan inwerken. Vorst is ideaal om de bovenlaag te verbeteren. De grond wordt er als het ware vruchtbaarder door. Voorwaarde is wel dat na de vorst niet te veel regen valt. De fijne grond spoelt namelijk ook weer gemakkelijk dicht. Vorst, bij voorkeur eind februari, gevolgd door droogte is het best.
Deel dit artikel: