Moestuinklussen in januari

Voor de moestuinier is januari de maand van de voorpret: plannen maken, de tuin indelen en klaarmaken en zaden bestellen. Voor je het weet is het alweer echt lente!

Het is handig om nu een plattegrondje te maken van de moestuin en op te schrijven waar je welk gewas geteeld hebt afgelopen jaar. Nu weet je dat nog, maar over een paar maanden waarschijnlijk niet meer. We delen groente in in groepen van dezelfde familie die ongeveer dezelfde behoefte qua bemesting hebben. Op deze groepen pas je vruchtwisseling toe. Dat wil zeggen dat je ervoor zorgt dat een groentesoort die dit jaar op een bepaald bed groeit, volgend jaar op een ander bed wordt geteeld. Als je elk jaar dezelfde groente in hetzelfde bed zet, dan heb je kans dat ziektes en plagen die je groente aantasten, zich heel goed ontwikkelen. De schade wordt dan ieder jaar groter.


Teeltwisseling

Voor teeltwisseling kun je kiezen voor een zesjarig schema. Je verdeelt je moestuin in zes gelijke delen. In een kleine moestuin is dat echter niet nodig, dan dien je er alleen voor te zorgen dat je niet twee jaar achter elkaar hetzelfde gewas op hetzelfde stukje grond teelt.


De indeling van zes bedden is als volgt:

1. Koolgewassen (kruisbloemigen), zoals rode kool, witte kool, bloemkool, broccoli, radijs, Chinese kool.
2. Bladgewassen, zoals diverse slasoorten, warmoes, postelein, spinazie.
3. Vruchtgewassen (komkommerachtigen), zoals courgette en pompoen.
4. Wortelgewassen (schermbloemigen), zoals ui, rode biet, knolvenkel, winterwortel, pastinaak.
5. Aardappelen (nachtschadeachtigen).
6. Peulgewassen (vlinderbloemigen), zoals erwten en bonen.


Fruitbomen snoeien

Naast het maken van een teeltschema zijn er nog andere klussen die je nu kunt doen. Fruitbomen snoeien bijvoorbeeld. Appel- en perenbomen snoei je van januari tot en met maart. Door de bomen te snoeien krijg je mooie vruchten. Door de kroon van de boom meer lucht te geven, zorg je ervoor dat de zon beter op het fruit valt. Snoei als het niet vriest en gebruik een scherpe en schone snoeischaar. Voor dikkere twijgen gebruik je een takkenschaar en oude takken haal je weg met een takkenzaag.


Oogsten en zaaien

In januari kun je nog een paar gewassen oogsten, namelijk spruiten, boerenkool en prei.
Met zaaien moet je nog eventjes wachten. In februari begint het weer! Uitzondering hierop zijn kiemgroenten (ook wel spruitgroenten, kers of cress genoemd).  Deze gezonde smaakmakers zaai en oogst je gewoon binnen! Leg op een bord of schaal een paar lagen keukenpapier. Maak het papier goed nat en strooi de zaadjes op het papier. Controleer elke dag of het papier nog vochtig is. Als de plantjes een paar centimeter hoog zijn, kun je ze afknippen. Dit is meestal na een dag of zes. Kiemgroenten hebben een lekker pittige smaak en een hoge voedingswaarde. Voorbeelden van kiemgroenten zijn rucola, chia, mosterd, tuinkers, rode kool, basilicum en alfalfa. Ze smaken heerlijk door de salade of op een broodje met kaas.

Deel dit artikel:

Boeken