Boontjes

Sperzieboontjes zijn waarschijnlijk de meest bekende peulvruchten die we als groente eten. We kennen ze onder de naam slabonen of prinsessenbonen. Bonen behoren tot de vlinderbloemenfamilie en zijn voor het grootste deel afkomstig uit Centraal- en Zuid-Amerika. Vanaf de zestiende eeuw worden boontjes ook in Europa geteeld en winnen ze steeds groter terrein op het land en in de keuken. We kennen tegenwoordig veel verschillende boontjes en elk jaar lijken er nieuwe rassen bij te komen.

Bonen zouden enkele geneeskrachtige werkingen hebben. Ze zouden helpen bij jicht en nierstenen en de pijn door gewrichtsaandoeningen verzachten. Dit is echter een oud geloof en niet wetenschappelijk onderzocht.

Wil je verse boontjes uit je eigen moestuin? Begin dan niet te vroeg met zaaien. De humusrijke grond waarop je boontjes kweekt, moet al enigszins opgewarmd zijn zodat de zaadjes goed kunnen kiemen. Vanaf mei kun je starten, mits het niet te veel regent. Wil je toch al eerder beginnen dan kun je de grond enkele weken van te voren afdekken met plastic, zodat de grond sneller opwarmt. Wanneer de planten eenmaal groeien, geef ze dan voldoende water.

Ben zuinig met bemesten. Organische mest zorgt voor veel bladgroei, maar geeft weinig boontjes om te oogsten. En stalmest trekt de bonenvlieg aan. Je kan de planten eventueel een kleine hoeveelheid stikstofbemesting geven, maar dit is niet noodzakelijk. Ondersteun de bonenplant met een klimnet of draad waar de plant tegenaan kan groeien. Door de zwaarte van de bonen, bestaat anders de kans dat de plant gaat hangen.

Vanaf augustus kun je beginnen met oogsten. Wacht hier niet te lang mee, want de kwaliteit van de boontjes gaat snel achteruit.

Met verse boontjes kun je alle kanten op in de keuken. Boontjes kun je koken, stoven, smoren en roerbakken. Ze doen het goed in gemakkelijke roerbakschotels, maar zeker ook bij feestelijke etentjes. Kook de boontjes in een kwartiertje gaar en voeg ze toe aan een salade met bijvoorbeeld stukjes tonijn, gekookte aardappel en tomaat. Ook in Indonesische rijstgerechten zie je boontjes terug, bijvoorbeeld in de nasi en bami goreng.

Boontjes kun je in een open plastic zak een paar dagen bewaren in de koelkast.

1. Zaai geen bonen waar eerder andere vlinderbloemige soorten hebben gestaan, zoals erwten en tuinbonen. Zo voorkom je kruisbestuiving. Eens in de vier jaar kun je vlinderbloemigen op hetzelfde stukje grond telen.
2. Boontjes bevatten van nature giftige stoffen die door het koken onwerkzaam worden gemaakt. Eet dus geen rauwe boontjes.
3. Boontjes zijn extra lekker op smaak te brengen met kruiden, zoals knoflook, kerriepoeder en nootmuskaat.