Bramen

Bramen groeien al eeuwenlang in het wild en zijn familie van de aardbei. Tot het plantengeslacht van de braam, genaamd Rubus, behoren inmiddels meer dan zeshonderd soorten. Deze soorten zijn ontstaan uit het kruisen van de eerste soorten braam of door kruising met andere vruchten zoals frambozen. Bramen zijn echt zomerfruit en bestaan uit veel kleine deelvruchtjes die zoet en sappig zijn en boordevol mineralen, vezels en vitamine C zitten. Bramen zijn in het begin groen, daarna kleuren ze lichtrood en uiteindelijk krijgen ze hun bekende blauwzwarte kleur.

Bramenplanten kun je tegen de muur laten groeien of als haag in je eigen keukentuintje. Ze kunnen namelijk flink hoog worden, daardoor zijn ze ideaal te gebruiken als afscheiding. Er zijn verschillende soorten rassen op de markt die je zelf kunt kweken. Welke je kiest hangt af van je eigen voorkeur voor smaak en grootte.

Plaats de bramenplant in humusrijke grond die je van te voren verrijkt met stikstofbemesting of stalmest. Kies een zonnig plekje, want veel schaduw zal de bloei en de uiteindelijke oogst beperken.

Naast de bramenplant kun je horizontale draden spannen waartegen de plant steun vindt en de hoogte in groeit. Bramen hebben niet veel verzorging nodig, de struik staat vanaf mei in bloei.

In augustus en september kun je bramen plukken. Ook de bladeren kun je oogsten. Laat ze drogen op een droge, luchtige plaats en maak er vervolgens thee van.

Bramen zijn heerlijk zoete en gezonde vruchten. Je kunt ze zo uit de hand eten of verwerken in een salade met ander fruit. Bramen zijn ook heerlijk als toevoeging aan een verse groentesalade met bijvoorbeeld ijsbergsla, fricandeau en amandelen. Maak zelf bramengebak of mix ze door een milkshake of smoothie. Ook kun je zelf bramenjam of een compote maken. Gebruik bramen als garnering en maak zo toetjes of zoete gerechten helemaal af!

Bramen zijn slechts één tot twee dagen houdbaar in de koelkast, maar je kunt ze ook invriezen. In de diepvries kun je ze tot een jaar bewaren.

1. Bramen komen we in bijna heel Europa nog steeds tegen in het bos en langs de kant van de weg. Het is verstandig om bramen die naast drukke wegen groeien niet te eten. Er kunnen namelijk giftige stoffen in de bramen zitten.
2. Bramenplanten geven elk jaar meer vruchten. Daardoor kan de oogst in het eerste jaar wat tegenvallen. Let erop dat de plant vorstgevoelig is. Dek daarom de grond af in de winter met wat stro of jute zakken.
3. Wanneer je bramen schoonmaakt, houd ze dan niet onder stromend water. Dit kan kneuzingen aan de braam veroorzaken waardoor de bramen aroma en sap verliezen. Was ze daarom liever in een bakje met koud water en laat ze even uitlekken op keukenpapier.