Japanse wijnbes
De Japanse wijnbes is een zeer onderschat familielid van de framboos en de braam. Deze plant groeit makkelijk en geeft veel kleine, zoetzure en zeer smakelijke vruchtjes die erg aan bramen doen denken. De stengels van de Japanse wijnbes zitten vol stugge haren die de plant een exotisch uiterlijk geven.
De Japanse wijnbes is van nature een grote struik die onder bomen groeit. Dit is niet erg praktisch in de meeste tuinen, en daarom kiest men er vaak voor om de plant op te binden tegen een muur of schutting en hem zo als klimplant te gebruiken.
Japanse wijnbes in de tuin
De Japanse wijnbes houdt van humusrijke, vruchtbare grond. Deze plant kan goed tegen een plek met weinig zon, de kleine vruchtjes worden daar ook rijp. Een nadeel van de Japanse wijnbes is dat hij kan gaan kan gaan ‘lopen’, net zoals de framboos en braam. Ondergrondse takken kunnen een stuk verder boven de grond komen en daar een nieuwe struik vormen. Zit je hier niet op te wachten? Dan mag je deze takken wegsnoeien.
Verzorging
De wijnbes mag ieder najaar na het plukken worden gesnoeid. Vroeg in het voorjaar (februari) mag je de plant bemesten door de grond te bekalken (optioneel) en in maart/april kun je organische meststoffen aan de grond toevoegen.
Japanse wijnbes in de keuken
Eind juni tot augustus is de oogsttijd van de Japanse wijnbes. De geoogste bessen kun je het beste niet wassen. Als je de wijnbes wast verdwijnt namelijk het plaklaagje dat aan de buitenkant zit. Dit is jammer, want juist dat laagje veroorzaakt de zoete smaak van de vrucht.
De Japanse wijnbes is vers geplukt het allerlekkerst en bevatten veel vitamine C en E. De bessen zijn in de koelkast enige dagen houdbaar. Wijnbessen kun je eventueel ook op siroop bewaren.
Deel deze pagina