Knolselderij
Knolselderij komt net als andere selderijsoorten oorspronkelijk uit China en Egypte. Selderijsoorten lijken in verschillende opzichten veel op elkaar. Vroeger werd selderij voornamelijk als kruid gebruikt. De oude Grieken gebruikten selderij om de prestaties van atleten te vergroten. Pas in de zestiende eeuw ontstond er ook een duidelijke groentevariant van knolselderij.
Knolselderij kenmerkt zich door zijn stengelraap en de stevige knol die half onder de grond groeit. De knol is bruingeel van kleur en het vruchtvlees van knolselderij heeft een milde maar kruidachtige smaak. Ook de bladeren van knolselderij kun je eten.
Knolselderij in de tuin
Knolselderij staat het liefst in zware buitengrond. Heb je alleen beschikking tot een losse zandgrond, houdt er dan rekening mee dat de knollen veel organische bemesting nodig hebben en dat je ze minder lang kan bewaren. Belangrijk is in ieder geval dat de grond waar je de knolselderij gaat planten zoveel mogelijk in de volle zon staat. Wacht met het buiten zaaien totdat de temperatuur zo rond de twintig graden ligt, pas dan kunnen de zaadjes goed kiemen.
Knolselderij heeft op zowel zware als losse grond voldoende bemesting nodig. Begin hiermee vlak na het zaaien en bemest na ongeveer tien weken nogmaals. Knolselderij maakt eerst het blad aan en pas later in de zomer groeit de knol. Overdadige bemesting kan zorgen voor extra veel blad aan de selderij, maar zal de grootte van de knol niet beïnvloeden.
Tijdens het groeiproces kun je de onderste bladeren van de plant verwijderen, maar laat de groene bladeren staan om de groei te bevorderen.
Oogsten
Vanaf oktober, liefst november kun je de knollen oogsten door de plant volledig uit de grond te trekken.
Knolselderij in de keuken
De knol van knolselderij kun je zowel rauw, gepureerd als gekookt eten. Daarnaast kun je ook het blad gebruiken in gerechten, deze heeft een licht bittere smaak. Knolselderij in de keuken kun je vergelijken met het gebruik van aardappels. Je kunt er een stamppot mee maken of gratineren in de oven. Knolselderij smaakt heerlijk in combinatie met kerrie-, mosterd- en tomatensmaken. Rauw door een salade met bijvoorbeeld appel en walnoten is ook een aanrader. Als ingrediënt van een dikke (maaltijd)soep doet knolselderij het ook goed.
Bewaren
Je kunt knolselderij het best bewaren op een koele en droge plaats buiten de koelkast. Hier is de knol tot drie weken houdbaar. Na blancheren of garen kun je hem tot een jaar in de diepvries bewaren.
Knolselderij tips
- Geef de plant gedurende het hele proces voldoende water om te voorkomen dat de knollen hol worden.
- Knolselderij is gevoelig voor bladvlekkenziekte. De bruingele vlekken op de bladeren kun je voorkomen door bij het zaaien voldoende ruimte tussen de planten te laten. Om verdere aantasting te voorkomen is het belangrijk dat je de aangetaste bladeren direct verwijdert.
- Grote knollen knolselderij zijn het minst makkelijk te bewaren, eet deze dus als eerste op.
Deel deze pagina