Koolraap

Koolraap behoort tot de familie van de kool en stond vroeger bekend als armeluisvoedsel. Tegenwoordig komt de koolraap erg dichtbij de vergeten groentes. Jammer! Want deze dikbuikige knol is erg smakelijk!

In tegenstelling tot andere koolsoorten groeit de koolraap onder de grond. Deze groentesoort is waarschijnlijk ontstaan uit een kruising tussen kool en knolraap. Je zaait koolrapen meestal begin juni. Als je ze eerder zaait, krijg je vezelige/houtige knollen. Zaai ze met een plantafstand van 50×40 cm. De soort grond is voor een koolraap niet heel belangrijk.

Om dit gewas goed te laten groeien, kun je ze een handje koemestkorrels geven. Geef je te veel stikstofhoudende mest, dan krijgt de koolraap weinig blad en een grote knol. Bovendien is het belangrijk om genoeg water te geven, maar zorg er tegelijkertijd wel voor dat hij niet kletsnat wordt. Houd rekening met deze tips en je krijgt de perfecte koolraap in jouw tuin!

Je kunt de knollen oogsten wanneer ze groot genoeg zijn. Meestal is dit vanaf oktober tot in december. Ze wegen dan ongeveer 1,5 kilogram.

Koolraap kun je rauw en gekookt eten. Rauw smaakt de koolraap aarde-achtig en heeft het iets weg van een wortel, maar dan zonder de zoetige smaak. Hij is fris, knapperig en een beetje bitter. Wanneer je de koolraap kookt, wordt hij zoet en rijk van smaak. Dan is hij te vergelijken met een zoete aardappel, zonder de textuur van zetmeel.

Een koolraap is bovendien erg gezond. Hij bevat weinig calorieën, maar zit vol met vitamines en mineralen. Ingrediënten die het goed doen bij koolraap zijn: kaas, ham, puree, andijviestamppot of maak er een lekkere soep van!

Een koolraap bewaar je op een koele plaats van ongeveer 12-15 graden. Hij is dan enkele weken houdbaar. Dit gewas is nog goed, als hij hard en droog is en geen beschadigde plekken heeft.