Tuinbonen

De tuinboon werd 6000 jaar voor Christus al geteeld en gegeten in het Middellandse Zeegebied. In Europa wordt deze groente minder lang gebruikt, maar ook hier heeft de tuinboon inmiddels een belangrijke plek in onze tuinen en keukens ingenomen.

Tuinbonen hebben een specifieke smaak die veroorzaakt wordt door het zogenaamde looizuur in de boon. Je kunt deze bonen erg goed invriezen waardoor je ze altijd bij de hand hebt. Tuinbonen krijgen witte bloemen, maar hebben verder geen grote sierwaarde in je moestuin.

Met het zaaien van tuinbonen kun je in januari al beginnen, mits je het onder glas doet. Vanaf half maart kun je ze dan uitplanten in de volle grond. Natuurlijk kun je ze in maart ook meteen in de volle grond kweken.

Tuinbonen groeien op elke grondsoort en hebben maar weinig bemesting nodig. Hierdoor zijn ze gemakkelijk te kweken in je eigen moestuin. Goed gedraineerde grond geeft over het algemeen de grootste oogst.

De zaden kun je het beste een tot twee centimeter de grond induwen en vervolgens afdekken met een laag zand van drie centimeter.

Wanneer de peul ongeveer 15 cm groot is, kun je de bonen oogsten. Houd er rekening mee dat er maar een korte oogstperiode geldt voor tuinbonen.

Na het oogsten moet je de bonen eerst doppen, omdat alleen het binnenboontje van de tuinboon gegeten kan worden. Uit één kilo tuinbonen, haal je ongeveer 200 gram boontjes.

De tuinboon is een gezonde groente omdat het veel vitamine B en C bevat. Maar, kook de boontjes niet te lang, want dan gaan de vitamines verloren.

Tuinbonen smaken heerlijk in combinatie met aardappels en een lekker stukje vlees. Ook zijn tuinbonen goed toepasbaar in roerbakgerechten. Ze zijn bijvoorbeeld heel lekker met ui en tomaat.

Tuinbonen bewaar je 2 tot 3 dagen in de koelkast.

1. Tuinbonen lopen snel het risico aangetast te worden door zwarte luis. Wil je dit voorkomen, spuit dan met een biologisch bestrijdingsmiddel. Ook kun je dille tussen de bonen zaaien, dit helpt zwarte luis voorkomen.
2. Wanneer je de tuinbonen na het oogsten dopt, bewaar en droog dan een aantal zaden. Deze kun je het jaar erop gebruiken om opnieuw te zaaien.
3. Probeer eens wat anders met tuinbonen: gebruik ze in een pasta met room en schapenkaas!