Maak een moestuinplan
De winter is bij uitstek geschikt voor het maken van een moestuinplan. Bij het aanleggen van een moestuin zijn er een aantal zaken waar je rekening mee moet houden. In dit artikel geven we jou de informatie die je nodig hebt om een geweldig moestuinplan te kunnen maken voor het komende seizoen!
Allereerst is het belangrijk te bedenken hoe groot je moestuin wordt. Dat hangt af van de ruimte die je hebt en vooral ook van de tijd die je erin kunt stoppen. Als je de drempel niet te hoog wilt leggen voor jezelf, kies je beter voor een kleine moestuin om mee te beginnen.
Deel je moestuin in
Bij het indelen van de moestuin maak je een hoofdpad dat 70 cm breed is en dat over de lengte van je moestuin loopt. Is je moestuin niet zo breed, dan kan dat prima aan de zijkant van je moestuin. Je kunt dit pad bedekken met bijvoorbeeld houtsnippers. Dan wordt de grond niet zo snel modderig en onkruid groeit er minder snel doorheen.
Maak bedden van 1.20 breed
De groentebedden zet je meestal loodrecht op je hoofdpad. Maak de bedden ongeveer 1.20 meter breed en leg tussen de bedden paadjes aan van ongeveer 20 cm breed. Op deze manier kun je overal gemakkelijk aan.
Zoek een goede plek voor je composthoop
Tot slot zoek je een goede plek voor je composthoop of compostbak. Het beste zoek je een schaduwrijke plek die uit de wind ligt. Een composthoop meet meestal 1.50 meter x 1.50 meter. Met de compost die je composthoop oplevert, kun je je moestuin bemesten.
Kies de gewassen
Als je de indeling van je moestuin klaar hebt, kun je nadenken over de gewassen die je erin wilt hebben en waar je die neer gaat zetten. Heb je een kleine moestuin, dan kun je beter geen aardappelen of pompoenen telen.
Groenten indelen
Groenten deel je in groepen van dezelfde familie in, die ongeveer dezelfde behoefte hebben qua bemesting. Op deze groepen pas je vruchtwisseling toe. Dat wil zeggen dat je ervoor zorgt dat een groentesoort die dit jaar op een bepaald bed groeit, volgend jaar op een ander bed wordt geteeld. Als je jaar in jaar uit dezelfde groente in hetzelfde bed zet, dan kunnen ziektes en plagen die je groente aantasten, zich heel goed ontwikkelen. De schade wordt dan ieder jaar groter.
Schema voor teeltwisseling
Voor de teeltwisseling kun je kiezen voor een zesjarig schema. Je verdeelt je moestuin in zes gelijke delen.
De indeling van de zes bedden is als volgt:
1. Koolgewassen (kruisbloemigen), zoals rode kool, witte kool, bloemkool, broccoli, radijs, Chinese kool.
2. Bladgewassen, zoals diverse slasoorten, warmoes, postelein, spinazie.
3. Vruchtgewassen (komkommerachtigen), zoals courgette en pompoen.
4. Wortelgewassen (schermbloemigen), zoals ui, rode biet, knolvenkel, winterwortel, pastinaak.
5. Aardappelen (nachtschadeachtigen).
6. Peulgewassen (vlinderbloemigen), zoals erwten en bonen.
En doorschuiven maar
Het tweede jaar komen de bladgewassen op het bed van de koolgewassen, de vruchtgewassen op het bed van de bladgewassen, enz. Op deze manier duurt het zes jaar voor een gewas op hetzelfde bed terecht komt.
Naast deze zes bedden kun je nog een bed aanleggen voor vaste planten, zoals aardbeien, asperges, rabarber, klein fruit (bijv. bessenstruiken) en kruiden.
Een vierjarig schema voor de kleine moestuin.
Heb je een kleine moestuin dan kun je ervoor kiezen om de vruchtgewassen en de aardappelen, die veel plaats nodig hebben, weg te laten, en te kiezen voor een vierjarig schema.
En dan nu; aan de slag!
Hoewel er het een en ander bij komt kijken, hoef je voor moestuinieren niet gestudeerd te hebben. Volg ook vooral de aanwijzingen achterop de zakjes zaad en op het etiket van planten op. Samen met onze tips op deze site heb je voor je het weet een prachtige moestuin!
Deel dit artikel: