Abrikozen

De abrikoos is een steenvrucht die oorspronkelijk uit Noordoost-China komt. De vrucht is vele duizenden jaren oud, maar bereikt pas rond het begin van de jaartelling Europa. Vooral in warme en droge gebieden worden veel abrikozenbomen geteeld. We vinden de grootste boomgaarden terug in landen als Hongarije, Italië, Turkije en Spanje.

Abrikozen zijn heel gezond. Ze bevatten weinig calorieën en veel vezels waardoor ze goed zijn voor je darmen. De vrucht zit bovendien vol ijzer, kalium en vitamine E en heeft daardoor een positieve invloed op je huid en je bloeddruk.

Abrikoos kun je ook in Nederland kweken. Een humusrijke zandgrond is de beste plek om de abrikozenboom te planten. Op kleigrond groeit de boom ook, maar zorg er dan voor dat er niet te veel water blijft staan. Dit leidt al snel tot ziektes aan de boom. Bescherm de boom tegen koude wind door hem naast een muur te plaatsen. Een zonnige standplaats zorgt ervoor dat je heerlijk zoete abrikozen krijgt.

Na het planten in februari strooi je in maart wat organische mest of compost rond de boom. Tijdens de groei en met name tijdens droge periodes, heeft de abrikozenbomen extra water nodig.

De meeste abrikozenbomen geven eens in de drie jaar vruchten. Vanaf half juli is het tijd om te oogsten. Hoe rijper ze zijn, hoe sappiger. Pluk de abrikozen voorzichtig van de boom en laat ze enkele dagen narijpen voordat je ze eet. Tijdens het narijpen worden de abrikozen namelijk nog zoeter.

De grote steenachtige pit in de abrikoos laat gemakkelijk los als de abrikoos rijp is. Abrikozen zijn lekker om zo uit de hand te eten of te verwerken in een fruitsalade met bijvoorbeeld banaan en nootjes. Ook in een salade met ijsbergsla en gebakken spekjes smaken abrikozen heerlijk. Maak zelf eens abrikozenflappen zoals je ook appelflappen maakt. Of stoof de vruchten mee met kip of rundvlees. Een halve abrikoos gevuld met roomkaas is een leuk en lekker hapje om op tafel te zetten.

Abrikozen bewaar je zo’n drie dagen op een koele plek. In de koelkast zijn ze vijf dagen houdbaar, maar hier verliezen ze wel snel hun smaak en geur.

1. Kies bij voorkeur voor een ras dat kleine vruchten geeft die vroeg rijp zijn. Rassen zoals Bredase, Clara, Nancy en Kuresia hebben in onze Nederlandse keukentuintjes de meeste kans van slagen.
2. Een abrikozenboom hoef je niet te snoeien. Wil je toch snoeien, doe dit dan tussen mei en augustus  met mate. Te veel snoeien maakt de boom namelijk vatbaarder voor schimmels. Laaghangende takken mag je wel verwijderen.
3. Zelf abrikozenjam maken is leuk en niet moeilijk! Maak een kilo abrikozen schoon en snijd ze in niet te kleine stukjes. Voeg de abrikozen toe aan een kilo geleisuiker en het sap van één citroen. Breng het mengsel aan de kook en blijf continu roeren totdat de jam ingedikt en klaar is. In een schone glazen pot kun je de jam een jaar bewaren.