
Maak je eigen compost!
Om de groenten, fruit en kruiden in jouw moestuin goed te laten groeien, hebben de planten voedingsstoffen nodig. Dit kan met organische mest die je in de winkel koopt, maar ook compost is heel voedzaam en gezond voor je moestuinplanten. En weet je dat je compost heel makkelijk zelf kunt maken? Lees onze tips!
Standplaats van de compostbak
Voordat je begint met composteren, is het belangrijk om een goede plek voor de compostbak uit te zoeken. Compost houdt van regen en zon, maar zeker niet te veel. Kies daarom voor een beschutte plek, het liefst onder een boom. Hierdoor wordt de compost beschermd bij extreme hitte en hevige regenbuien.
Compostbak
Wanneer je een kleine tuin hebt, is het wellicht het handigst om een compacte compostbak in de winkel te kopen. Maar, heb je meerdere vierkante meter tot jouw beschikking, dan is het leuk om zelf een compostbak te maken van bijvoorbeeld pallets. Een voordeel hiervan is dat het eenvoudig te maken is en bijna niets kost.

Variatie, lucht en vocht
Compost is gemakkelijk te maken met groente, fruit en tuinafval die je in of rondom je huis hebt. Het belangrijkste tijdens het proces van composteren is variatie. Een composthoop dient namelijk te bestaan uit laagjes verschillend materiaal. Denk aan groenafval zoals grasmaaisel, vers tuin- en keukenafval en mest. Maar ook bruin afval zoals takjes, stro, houtsnippers en dorre bladeren zijn van belang voor goede compost. Start met een laag takjes en bouw vervolgens verder met steeds een ander laagje groenafval en wissel dit af met bruin materiaal. Let er hierbij op dat de laag gras niet dikker is dan 5 centimeter zijn, anders verteert het gras te langzaam en wordt het composteren vertraagd.
Verder is het belangrijk om af en toe wat water over je composthoop te gieten, zodat deze niet uitdroogt. Maar let op: hij mag ook niet te vochtig worden. Wanneer je in compost knijpt, mogen er enkele druppels uitlopen. Dan is de hoop precies vochtig genoeg. Ook is het verstandig om tussen de verschillende lagen wat kalk over de hoop te strooien.
Voor goede compost is ook voldoende lucht nodig. Dit creëer je door elke zes weken de composthoop om te zetten. Dit doe je door de hele hoop ondersteboven te keren, waardoor alles op een andere plek komt te liggen. Hierdoor versnelt het composteerproces.
Dont's bij composteren
Er zijn nog een aantal zaken waar je rekening mee moet houden wanneer je jouw eigen composthoop maakt. Niet al het groenafval is namelijk geschikt voor op jouw hoop. Zo moet je er absoluut geen voedselresten van de eettafel opgooien. Dit verteert slecht en trekt ongedierte aan. Dit geldt ook voor oud brood, kaaskorstjes, citrusvruchten en gekookte voedselresten. Ook tuinafval dat niet goed composteert, kun je er beter niet op doen. Dit kan namelijk gaan schimmelen. Mest is een goede toevoeging voor je composthoop, maar gebruik zeker geen honden- of kattenpoep. Uitwerpselen van kippen, konijnen, koeien en paarden zijn wel geschikt, mits vrij van antibiotica.
Deel dit artikel:
Gedurende het moestuinseizoen hebben sommige planten extra voeding nodig. Er bestaan verschillen de soorten bemesting. Kies wel altijd voor organische c.q. biologische bemesting.
Koemest- of kippenmestkorrels
Gedroogde koemestkorrels zijn tegenwoordig in elk tuincentrum te koop en soms ook al in de supermarkt. De korrels zijn reukloos en gemakkelijk te hanteren. Ze zijn relatief rijk aan stikstof en kalium. Pas op met de dosering, vanwege het hoge stikstofgehalte. Volg de aanwijzingen op de verpakking of blijf daaronder. We kunnen in een teeltseizoen meermalen bemesten met koemestkorrels, werk ze lichtjes in rond de plant en geef ruim water.
Compost
Het verbetert de structuur van de grond, verhoogt het humusgehalte en levert ook nog wat voedingsstoffen voor planten en gewassen. Bovendien is het grote voordeel van compost dat het gratis is. Je gebruikt er je eigen groenafval voor. Voor wortelgewassen en peulgewassen is compost voldoende voor een heel seizoen. Voor koolgewassen en bladgewassen doe je er goed aan nog wat bij te mesten met bijvoorbeeld koemestkorrels. Groenten die veel voeding nodig hebben, zoals prei, kool, en andijvie, kun je extra bloedmeel (bron van stikstof) en/of beendermeel (bron van fosfaat) geven.
Brandnetelgier
Ook brandnetelgier kun je gebruiken als voeding voor je planten. Je kunt het heel makkelijk zelf maken, het kost alleen een beetje tijd. Voor gier gebruik je ongeveer 1 kg verse brandnetels op 10 liter water. Gebruik vooral de jonge bladeren en stelen, deze bevatten veel mineralen en verteren sneller. Roer het mengsel elke dag 1 of 2 keer door. Er zal zich schuim ontwikkelen vanwege het gistingsproces, en het kan behoorlijk stinken. Voeg eventueel wat gesteentemeel toe tegen de stank. Afhankelijk van de weersomstandigheden is je gier na ongeveer tien tot veertien dagen klaar. Zeef het mengsel voor gebruik en verdun het ongeveer 10 keer. Dit is belangrijk want een te hoge concentratie kan giftig zijn voor je planten. Giet het verdunde mengsel bij de voet van de plant.
Deze planten houden van gier: augurken, bessenstruiken, courgette, fruitbomen, komkommers, kool, prei, pompoen, selderij, tomaat, zonnebloemen.
Bonen, erwten, peulen, uien en wortels houden niet van gier.
Tip: Ook luizen houden niet van brandnetelgier. Spray het over je planten en je zult minder last van luizen hebben. Doe dit alleen in de avond om verbranding van planten te voorkomen.
Groenbemesting
Als laatste kun je kiezen voor groenbemesting. Groenbemesters zijn gewassen of gewasmengsels die je in het vroege voorjaar en/of late najaar kunt zaaien voor hun bodemverbetering en bemesting. Daarnaast kunnen ze ook de bodemstructuur verbeteren (mosterd) en beschermen ze de bodem en het bodemleven. Het zijn dus gewassen waarvan niets wordt geoogst. Al deze voordelen wegen zeker op tegen de nadelen: je moet het zaaien, wieden en uiteindelijk in de grond werken. Dat laatste gaat het gemakkelijkst als je een gewas kiest dat niet tegen strenge vorst kan. Zo'n gewas sterft midden in de winter af en is al redelijk vergaan als je in het vroege voorjaar gaat spitten. Gele mosterd, bladrammenas en rapen groeien snel, kunnen in september nog gezaaid worden en sterven in de winter af.