Moestuinklussen in april

De lente is officieel begonnen! En met een beetje geluk laat de zon zich steeds meer zien in april. Een heerlijke tijd om alle voorbereidingen te treffen voor een vruchtbaar nieuw moestuinseizoen.

Snelgroeiende tomaten kun je nu nog binnen zaaien. Planten die je eerder voorgezaaid hebt, en waarvan de wortels de bestaande pot helemaal vullen, kun je verpotten in een grotere pot. Je kunt de potgrond verrijken met wormenmest. Zet de planten iets dieper om een goede wortelontwikkeling te stimuleren. Eind april is het ook tijd om courgettes, komkommers en pompoenen voor te zaaien. Plaats twee zaadjes in elk potje, dan kun je de zwakkere er uittrekken.

In april is de grond in de tuin vaak voldoende opgewarmd om rechtstreeks te kunnen zaaien. De volgende groentezaadjes kunnen nu de volle grond in: sla, wortels, spinazie, snijbiet, koolrabi. Vroege aardappels kun je aan het begin van de maand planten.

Prei en diverse koolsoorten kun je op een zaaibed zaaien om later te verplanten. Voor een zaaibed kies je een beschut plekje in de halfschaduw. Hier zaai je de zaadjes in rijen. Zaai niet te dicht op elkaar en voeg geen mest toe. Met compost kun je de grond iets luchtiger maken, zodat de zaadjes ruimte hebben om goed wortel te schieten. De zaadjes op een zaaibed moet je goed vochtig houden. Je kunt ze de eerste dagen ook met een vochtige doek afdekken.

Zodra de grond is opgewarmd en zaailingen opkomen of zijn uitgeplant, is het tijd om de grond rondom de planten met een laag organisch materiaal te bedekken. Zo voorkom je een hoop onkruid en wiedwerk. Ook beschermt de mulchlaag tegen uitdrogen van de grond, waardoor je veel minder water hoeft te geven. Het beste effect bereik je door mulch te gebruiken die vrij is van onkruidzaden. Dit geldt meestal niet voor zelfgemaakte compost en stalmest. GFT-compost is beter en champost is helemaal vrij van onkruidzaad. Tussen grotere planten, zoals courgette en kool, kun je ook stro neerleggen in plaats van mulch.

Als je planten gaat zaaien, moet je er rekening mee houden dat niet alle groenten elkaar goed kunnen verdragen. Sommige groenten stimuleren elkaar bij de groei, anderen houden parasieten weg, en weer anderen belemmeren elkaar om te groeien. Daarom is het belangrijk dat je rekening houdt met wat er wel en niet naast elkaar kan staan. Hier is een overzichtje:

Radijsjes
Goede buren: Kropsla, tomaten, bieten en dille.
Slechte buren: Komkommers

Uien
Goede buren: Wortelen, bieten, aardbeien
Slechte buren: Koolsoorten, bonen

Courgettes
Goede buren: Uien, stokbonen, maïs
Slechte buren: geen

Komkommer
Goede buren: bonen, erwten, kool
Slechte buren: Tomaten, radijsjes

Selderij
Goede buren: Stambonen, tomaten, prei
Slechte buren: Kropsla, maïs